Wat U als sport(st)er moet weten

Voorwoord

Een aantal vooraanstaande wetenschappers aan universiteiten in Duitsland en Oostenrijk, heeft zich reeds meer dan 20 jaar beziggehouden met het bestuderen van de invloeden van magneetvelden op de gezondheid van de mens. Het bleek mogelijk wetenschappelijk aan te tonen dat magneetvelden, op de juiste wijze ingezet, het zelfregenererend vermogen van het lichaam positief beïnvloeden, waardoor een aanzienlijke verbetering optreedt in de klachten die mensen hebben.

Deze brochure, bestemd voor (top)sporters en degenen die zich beroepshalve bezighouden met de gezondheid van de sporter, is geschreven naar aanleiding van een lezing van Horst Michaelis, directeur van het Euro-Instituut voor Bio-energetische Geneeskunde, gehouden in Arosa in Zwitserland op 15-7-1998.

Tijdens deze lezing werd nader ingegaan op de betekenis van magneetvelden in relatie tot de gezondheid van de sporter en de mogelijkheden die magneetveldtherapie met behulp van het Quantron® Resonantie Systeem de sporter enerzijds biedt bij het herstel na grote inspanningen en blessures, anderzijds bij het blijvend positief beïnvloeden van zijn gezondheid.

Ravenstein, oktober 1999.

Een van de grote problemen van deze tijd is de gezondheid en hoewel men daar zelden bij stilstaat vertonen de problemen van zieke mensen en topsporters soms overeenkomsten.

Langs allerlei wegen worden ons de verbanden aangereikt tussen beweging, gewichtsbeheersing en gezondheid.

Nu is reeds lange tijd bekend, dat beweging een positieve uitwerking heeft op alle organismes. In principe ondersteunt beweging het functioneren van alle organen. Er bestaan statistieken over mortaliteit in relatie tot beweging en daaruit blijkt dat mensen die het meeste bewegen ook het oudst worden. Ook bestaan wetenschappelijke onderzoeken van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) die enerzijds de relatie aantonen tussen het ontstaan van chronische ziektes en gebrek aan beweging en anderzijds laten zien, dat beweging een heel belangrijke factor is bij het voorkómen van chronische ziektes. Daarnaast gaan, bijvoorbeeld in Japan en Amerika, steeds meer bedrijven over tot het organiseren van sport in bedrijfsfitnesscentra voor en na werktijd met als doel het verbeteren van de werkprestaties van de medewerkers tijdens kantoortijd. Ook in Nederland begint deze ontwikkeling heel langzaam op gang te komen.

Toch is ook de keerzijde van sport en beweging bekend. De (top)sporter komt een moment tegen dat het prestatievermogen afneemt, dat slijtageverschijnselen optreden en in het algemeen kan men stellen dat diegenen die ooit topsport bedreven vaak zo rond hun 35ste- 40ste niet meer behoren tot de gezondste mensen.

De vraag is welke relatie er bestaat tussen gezondheid, prestatievermogen en fitness. In de geneeskunde is men heel wel in staat ziektes te beschrijven, maar opvallend genoeg is men is nauwelijks in staat gezondheid te definiëren.

De WHO definieert gezondheid als: lichamelijk en geestelijk welbevinden. Toch zijn er mensen die een vuistgrote levertumor hebben en zich daar niet van bewust zijn. Zij voelen zich fysiek heel gezond, terwijl ze toch tegelijkertijd levensbedreigend ziek zijn. Deze definitie is dus niet echt bruikbaar. Gezondheid is beschikken over prestatievermogen en als men gezond wil blijven zal men dus inzicht moeten hebben in het ontstaan van het prestatievermogen van de mens.

Waar en hoe ontstaat het prestatievermogen?

In de menselijke cel. Het menselijk lichaam bestaat uit ongeveer 70-100 miljard cellen. Iedere seconde sterven ongeveer 10 miljoen cellen af en deze worden vervangen door identieke cellen. Zo zijn bijvoorbeeld na 6 weken alle huidcellen in het gezicht vervangen door nieuwe. Toch ziet betreffende er nog hetzelfde uit. Bekijkt men echter een foto uit de jeugd, dan zien men dat de cellen zich toch iets anders hebben gegroepeerd: iemand is ouder geworden.

Wat is dat eigenlijk? Wat is veroudering, wat is ziekte en wat is gezondheid?

Alle processen in het lichaam verlopen middels de stofwisseling van cellen. Als alle cellen in het lichaam zouden doen wat ze moeten doen, was de mens gezond. Dat wil zeggen, dat iedere ziekte terug te voeren is tot een stofwisselingsstoornis van cellen.

De energie die de cellen nodig hebben voor de stofwisseling produceren ze zelf in de "krachtcentrales" van de cel: de mitochondriën. Vele mechanismen in het menselijk lichaam worden natuurlijk aangestuurd door hormonen, maar deze hormonen op hun beurt worden geproduceerd door kliercellen. Dat betekent dat ieder lichaamsproces is terug te voeren op het functioneren van cellen.

Indien men het prestatievermogen van de mens en daarmee zijn gezondheid wil beoordelen, kan men zeggen: de mens is zo gezond als zijn cellen en wel zijn zwakste celsoort. Een ketting is namelijk zo sterk als zijn zwakste schakel.

Prestatievermogen duidt op kracht en uithoudingsvermogen. Maar wat als de spieren onvoldoende doorbloed worden? Wat als de lever onvoldoende druivensuiker levert? Wat als de nieren onvoldoende in staat zijn het lichaam te ontgiften? Wat als de meniscus niet meewerkt of als banden en pezen het laten afweten?

Om prestatievermogen, in dit verband identiek aan gezondheid, te kunnen ontwikkelen heeft de cel energie nodig.

De energie waarmee een cel werkt heet ATP, adenosine-tri-fosfaat. Per dag is hiervan ongeveer 70-90 kg nodig. Bij (top)sporters ligt deze behoefte veel hoger. Deze energie wordt geproduceerd middels verbranding van o.a. suiker, vetten, eiwitten en een groot aantal andere stoffen. Al deze stoffen worden opgenomen via de voeding. Basisvoorwaarde voor verbranding is primair de aanwezigheid van zuurstof.

Bij de aërobe stofwisseling wordt middels het bloed voldoende zuurstof aangevoerd naar de cel. Helaas functioneert deze stofwisseling onvoldoende bij mensen die zich niet genoeg bewegen. Bij hen is sprake van een chronisch zuurstofgebrek, vaak de voorloper van chronische ziektes. Voor genoemd zuurstofgebrek zijn vele oorzaken aan te wijzen. Eén van deze oorzaken is de oppervlakkige ademhaling die de westerse mens vandaag de dag meestal heeft in plaats van de natuurlijke diepe buikademhaling. Daardoor wordt het bloed slechter van zuurstof voorzien en ontstaat een relatief zuurstofgebrek. Let wel: het gaat hier over niet-sporters. Sporters worden, speciaal bij uithoudingssporten, gedwongen tot een diepe ademhaling. Hun longfunctie is dus in orde. Bij hen speelt een ander probleem.

Bij zieke mensen is er zuurstofgebrek omdat via het bloed onvoldoende zuurstof naar de cel wordt getransporteerd. Bij topsporters gebruiken de spiercellen zoveel zuurstof dat het bloed vervolgens niet in staat is voldoende zuurstof naar de cellen te transporteren.

Gelukkig bestaat er nog een tweede mogelijkheid om aan zuurstof te komen en wel middels de anaërobe stofwisseling. Supplementair wordt via de lever druivensuiker naar de spiercellen gebracht en verbrand. Als afvalproducten ontstaan melkzuur, water en zuurstof. De zuurstof gebruikt de cel vervolgens voor de energieproductie, het water wordt uitgescheiden (bij training in het anaërobe gebied ontstaat sterke transpiratie) en het melkzuur hoopt zich op in de weefsels en er ontstaat spierpijn. Een opeenhoping van melkzuur betekent tevens een opeenhoping van waterstof-ionen.

Bij de aërobe stofwisseling is sprake van een volledige verbranding met als afvalproducten kooldioxide en water. Het kooldioxide wordt via de longen uitgeademd, het water deels via de longen deels via de huid afgevoerd. Bij de anaërobe stofwisseling ontstaan ook nog waterstof-ionen die een elektrische lading hebben en niet door de celmembraan heen kunnen. De aërobe stofwisseling noemen we in dit verband de passieve stofwisseling, gebaseerd op osmose, druk- en concentratieverschillen. De anaërobe stofwisseling noemen we hier de actieve stofwisseling. Deze wordt aangestuurd door het membraanpotentiaal van de cel, door een elektrische spanning van ongeveer 70-90 mV. Als dit membraanpotentiaal slechts 10mV daalt is er reeds sprake van een ernstige verstoring. In de celmembranen bevinden zich zgn. ionen-kanalen. De celmembraan is aan de binnenzijde negatief geladen, aan de buitenzijde heeft deze een positieve lading. De celmembranen openen en sluiten zich door polarisatie en de-polarisatie en transporteren actief ionen in en uit de cel.

Wat nu is het probleem bij zowel zieke mensen als bij sporters die in het anaërobe bereik trainen?

Bij beide is sprake van een verzuring van cellen dat wil zeggen dat er een overmaat aan waterstof-ionen is. Om deze waterstof-ionen uit de cel te krijgen moeten natrium-ionen naar binnen. Nu worden drie natrium-ionen uitgewisseld tegen twee kalium-ionen onder verbruik van ATP, van energie. Deze ionen-transporten worden duidelijk beschreven in de literatuur. Hier ligt het hoofdprobleem. Hoe ontstaat namelijk het membraanpotentiaal? De cel zelf draagt daar zorg voor onder verbruik van zuurstof. 50% van de energie die de cel produceert wordt gebruikt voor de omzetting van ADP in ATP en 50% wordt gebruikt om het membraanpotentiaal op 70-90mV te houden. Stel dat een cel 200 aan energie produceert. Dat zou betekenen dat 100 bestemd is voor de omzetting van ADP in ATP en 100 voor het in stand houden van het membraanpotentiaal. Een cel die zo functioneert doet zijn (stofwisselings-) werk voor 100%. Een mens van wie de stofwisseling zó verloopt is gezond en in staat veel te presteren.

Wat gebeurt er indien een zuurstoftekort optreedt, waarbij het niet uitmaakt wat de oorzaak van dit zuurstoftekort is: een ziekte toestand of een té intensieve training? De cel produceert nu niet meer 200 maar 160, d.w.z. 80% voor de omzetting van ADP in ATP en 80% voor de instandhouding van het membraanpotentiaal. Dus: als iemand intensief traint, dat wil zeggen "zuur" wordt, neemt zijn prestatievermogen mettertijd af. Iedereen kent dat. Bij zieke mensen is dit probleem dubbelgroot, want zieken hebben veel minder kans uit deze negatieve spiraal te komen, omdat zij vaak niet of nauwelijks bewegen.

De topsporter krijgt tijdens de rust na de training wel weer voldoende zuurstof, maar zijn stofwisseling functioneert nog maar voor 80% en als deze situatie jaren voortduurt ontstaan natuurlijk problemen. De cel heeft namelijk een bepaalde tijd nodig om te regenereren. Afhankelijk van de verzuring duurt dit 3 tot 5 dagen. En hier ligt de ingang tot de magneetveld-therapie.

Het principe van leven is de elektromagnetische wisselwerking. Wat wil dat zeggen? Overal waar stromen lopen ontstaat een magneetveld. Bij een leiding waar stroom doorheen gaat, vormt zich rond die leiding een elektrisch veld en precies loodrecht daarop een magneetveld, loodrecht daarop weer een elektrisch veld en loodrecht daarop weer een magneetveld. Dat is elektro-magnetische wisselwerking en dat is een basisprincipe van elke vorm van leven. Als een arts gevraagd wordt waardoor het leven wordt gekenmerkt zal hij zeggen: door stofwisseling en vermeerdering. Zou men dezelfde vraag voorleggen aan een fysicus, dan zal deze antwoorden: door elektromagnetische wisselwerking, want het eerder genoemde membraanpotentiaal is voorwaarde voor het verloop van de stofwisseling. En hier ligt de ingang van deze nieuwe therapieën uit de energie-geneeskunde. Normaalgesproken maakt de mens gebruik van magneetvelden van buitenaf om het membraanpotentiaal op de norm te houden. Hij maakt gebruik van het magneetveld van de aarde; maar wie loopt nog op blote voeten? Hij maakt gebruik van het magneetveld van de zon; maar wie loopt nog met ontbloot bovenlichaam? En het belangrijkste magneetveld wekt de mens zelf op door zich te bewegen. En dat is tevens de reden dat sporten zo gezond is.

Wat is beweging?

Neem een eenvoudig voorbeeld, het buigen van een arm: vanuit de hersenen gaat een elektrisch signaal, een zenuw-actiepotentiaal, naar de spier; daar volgt een elektrische ontlading, een spier-actiepotentiaal en daardoor verkort de spier. Indien dat bij voortduring gebeurt, verbetert de stofwisseling en ontstaan "spierballen". Wat gebeurt er als dezelfde arm gebroken is en in het gips zit? Als het gips er na een aantal weken wordt afgehaald is de arm duidelijk minder dik ten gevolge van verlies aan spiermassa. Heeft bijvoorbeeld een worstelaar een arm gebroken, dan kan men hem met de andere arm zwaardere krachttraining laten doen en omdat de zenuwbanen in de hersenen kruisen, komen de zenuw-actiepotentialen toch aan in de geblesseerde arm, met als resultaat dat er minder afname van spierweefsel plaatsvindt. Iets vergelijkbaars ziet men wanneer een sporter met een "spierkater" in de hoek van de kamer gaat zitten. Dan duurt het wel 3 tot 5 dagen eer de spierpijn weg is. Doet hij echter na de inspanning weer een lichte training, dan is de spierpijn na 1 tot 2 dagen verdwenen. Door te bewegen immers ontstaan de zenuw- en spier-actiepotentialen die ervoor zorgen dat het membraanpotentiaal weer op de norm komt, waardoor de stofwisseling wordt aangezet.

Op dit principe berust de hedendaagse magneetveld-therapie. Overigens is de inzet van magneetvelden voor geneeskundige doeleinden niet nieuw. Het is een van de oudste therapieën ter wereld. De eersten die hiervan gebruik maakten waren de sjamanen en medicijnmannen. Zij behandelden met hun lichaamseigen magneetveld. Daarvandaan komt ook het begrip "be-hand-elen".

Ter zijde: energie heeft als eigenschap dat het altijd van een hoger energie-niveau naar een lager energie-niveau gaat. Wanneer men iemand wil helen/genezen, dient men dus over een hoger energie-niveau beschikken dan die ander. Er bestaan bepaalde technieken om deze energieën op te bouwen/ te verhogen zoals Tai-Chi of Qi-Chong.

Tai-Chi bijvoorbeeld onderscheidt zich in ongeveer alles van de manier van sport beoefenen zoals de mensen in de westerse wereld dat gewend zijn. De westerse mens vindt dat hij dan goed gesport heeft, als hij na afloop ervan tenminste staat te dampen als een paard. Onze sporters maken hoog-streksprongen. Iemand in goede conditie slaagt erin daarvan een stuk of honderd achter elkaar te maken. Bij iedere sprong ontstaat één zenuw-actiepotentiaal en één spier-actiepotentiaal. Bovendien wordt er zoveel zuurstof verbruikt, dat een zuurstoftekort ontstaat en er verzuring optreedt. Hoe ziet een beweging bij de beoefening van Qi-Chong er uit? Men maakt één enkele stap; het voorste been is gebogen en het achterste been wordt heel langzaam bewogen tot voor het andere been. In het bovenbeen vindt een bombardement van zenuw- en spier-actiepotentialen plaats en dat vaak urenlang. Omdat deze (vecht)sporten verbonden zijn met een diepe buikademhaling, wordt bovendien het bloed van voldoende zuurstof voorzien. Daardoor treedt er geen verzuring op. Bij meesters in chinese vechtsporten zijn membraanpotentialen van wel 400mV gemeten, natuurlijk tijdelijk. Op dergelijke effecten berusten genezingsprocessen. Het werkt ook als men erin slaagt de beweging in gedachten te maken. Dit vraagt uiteraard een hoge mate van concentratie. Optimaal werkt het als beide gecombineerd worden en daartoe waren de eerder genoemde sjamanen in staat.

Deze technieken is men later steeds meer gaan verfijnen. Er werd vastgesteld dat de genezende werking groter is, wanneer men een permanentmagneet over het lichaam beweegt. Nu heeft een permanentmagneet absoluut niets te maken met elektromagnetische wisselwerking. Een permanentmagneet ontstaat, omdat in het kristalrooster alle ionen dezelfde kant op wijzen. Als men een permanentmagneet bijvoorbeeld verhit en vervolgens laat afkoelen, ontstaat weer een heel gewoon stuk ijzer of steen. Als men een stuk staal verhit en in de aanwezigheid van een staafmagneet laat afkoelen, dan wordt dit stuk staal ook een magneet. Als men met een hoefijzer steeds in dezelfde richting over het heft van een mes beweegt dan wordt dit mes ook magnetisch. Plaatst men een permanentmagneet op zijn hand dan richten zich de ionen in het daaronder stromende bloed en er ontstaat een stroom. Dit fenomeen is al lang bekend en vandaag de dag vinden we dit nog steeds terug in bv. magneetarmbanden, waarvan de werking uiterst beperkt is.

Degenen die van oudsher met magneten behandelden wisten dat het effect het grootst was als de magneten bewogen werden over het lichaam tégen de stroomrichting van het bloed in de grote vaten, omdat dan het elektromagnetische veld het sterkst is. Sinds de mens in staat is elektriciteit en daarmee elektromagnetische velden kunstmatig op te wekken, worden deze ingezet voor geneeskundige doeleinden. Het oudst bekende magneetveld-therapie -apparaat dateert van 1865.

Vaak wordt de vraag gesteld naar het al dan niet schadelijk zijn van magneetvelden, vaak ook naar de relatie tot het begrip electro-smog.

Alle magneetvelden en elektrische velden die in de natuur voorkomen, ook die in de cel, zijn gelijkstroomvelden. Daarbij zijn er twee mogelijkheden: of deze energie stroomt en er is sprake van een magneetveld, of hij stroomt niet en dan is er geen magneetveld. Een andere mogelijkheid is dat de gelijkstroom afwisselend krachtig en minder krachtig stroomt, terwijl deze steeds aanwezig blijft. Dan hebben we te maken met een pulserend gelijkstroom magneetveld. Deze pulserende magneetvelden komen in de natuur voor zoals het magneetveld van de aarde en het magneetveld van de zon. Deze magneetvelden strekken zich oneindig uit. Daarbij moet worden opgemerkt dat de kracht ervan met het kwadraat van de afstand afneemt. Als er bijvoorbeeld zogenaamde zonne-erupties plaatsvinden, dan ondervindt een aantal mensen daar de gevolgen van: zo blijkt uit onderzoek in Japan en de USA dat tijdens dit soort natuurverschijnselen meer hartinfarcten en ongevallen plaatsvinden en wel bij die mensen die uiterst gevoelig zijn voor veranderingen in de atmosfeer en bovendien een zwakke gezondheid hebben.

Het menselijk magneetveld is ook een pulserend magneetveld en velen hebben de pulsaties ervan al eens gezien op een ECG. Dat geeft de elektrische pulsen van het hart weer, analoog daaraan ontstaat een magneetveld, dat door het hele lichaam gaat. Zo kan ook het magneetveld van de hersenen worden gemeten als EEG. Leven wordt gekenmerkt door elektriciteit en magneetvelden en op het moment dat iemand sterft, daalt het membraanpotentiaal tot 0, heeft hij geen magneetveld meer en vanaf dat moment verandert het lichaam heel snel.

Wat nu is electro-smog? De mens zelf heeft de natuur naar zijn hand gezet en het fenomeen wisselstroom uitgevonden. Deze vorm van stroom komt in de natuur niet voor en is belastend voor het menselijk lichaam. Als de belasting té groot wordt kunnen mensen er zelfs ziek van worden, daarom spreken we van electro-smog.

Bij magneetveld-therapie gaat het altijd over pulserende gelijkstroom velden, die overigens niet per definitie onschadelijk zijn. Een magneetveld wordt gekenmerkt door drie parameters:

Er zijn frequenties die schadelijk zijn voor de mens bv. de heel hoge frequenties van de magnetron. Deze verwarmen water en als het menselijk lichaam langdurig aan de in werking zijnde magnetron wordt blootgesteld, zal dat de ondergang van dat lichaam worden. Ook zijn er heel lage frequenties, die niet prettig zijn voor het lichaam. Hiermee werd geëxperimenteerd door de Amerikanen in de psychologische oorlogsvoering met als doel de vijand labiel te maken tot waanzin toe. Daarnaast speelt de intensiteit een belangrijke rol. Ook natuurlijke magneetvelden, als bv. het magneetveld van de aarde, kunnen een risico voor de mens in zich dragen als de intensiteit te hoog wordt. Piloten die van Oost naar West vliegen, dat wil zeggen loodrecht op het magneetveld van de aarde, kruisen de aardmagneetlijnen met een snelheid van ongeveer 930 km/uur. Hierdoor ontstaan in het lichaam zo’n grote veldkrachten, dat deze een negatieve invloed hebben op het ionen-transport in het lichaam. Als dit bij voortduring gebeurt, kán het ziekmakend zijn. Deze voorbeelden om te illustreren dat ook natuurlijke magneetvelden aan grenswaarden gebonden zijn.

Het spreekt voor zich dat dit ook geldt voor pulserende magneetvelden, die als therapie worden ingezet, zoals het Quantron® Resonantie Systeem (QRS®).

Het QRS® kent een golf met een dubbele zaagtand vorm. Twintig jaar wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat deze golfvorm een optimum realiseert in de ionenbeweging / het ionentransport in het lichaam. Waar andere apparatuur zich daarbij richt op het transport van calcium-ionen, richt het QRS® zich vooral op het transport van waterstof-ionen. Een van de redenen waarom het systeem uitermate geschikt is voor inzet in de (top)sport, waar verzuring een zo belangrijke rol speelt. Belangrijk is bovendien dat het goedgekeurd is als medisch apparaat en op het lichaam inwerkt met een maximale veldsterkte van 50 µ Tesla. Andere apparaten werken met veldsterktes die 1000x hoger liggen. Dat betekent dat er geen bijwerkingen kunnen optreden. Op onze breedtegraad bedraagt het magneetveld van de aarde ongeveer 50 µTesla. Een voor de hand liggende vraag is vervolgens hoe dit magneetveldsysteem iets kan doen, als de maximale veldsterkte niet groter is dan het magneetveld van de aarde , waar we ons de hele dag in bewegen? Belangrijk is te weten dat levende systemen niet werken volgens het principe: veel helpt veel, zij werken vaak volgens het principe: minder helpt meer. Dat is bekend uit de homeopathie. Vaak is het zo dat we heel sterke magneetvelden negeren en ook heel zwakke. En op een bepaalde intensiteit reageren we juist heel sterk. Nog even terug naar de mens die heel gevoelig is voor veranderingen in de atmosfeer. Waarop reageert deze? Is dat op de 50 µTesla van het magneetveld van de aarde, of juist op de veranderingen van dat magneetveld? Juist op het laatste en dat wordt het biologische venster van de mens genoemd. Het ligt tussen de 10-15µTesla. En in dit bereik werkt het Quantron® Resonantie Systeem.

Tot zover enige theorie. De praktijk echter is het criterium der waarheid. Als wat tot nu toe beschreven is waar is, dan moeten de veranderingen die met dit systeem teweeggebracht worden in het lichaam, ook reproduceerbaar zijn.

Het Max Planck–Instituut in München heeft met behulp van een groot aantal metingen kunnen aantonen dat met het QRS® de membraanpotentialen normaliseren. Veel belangrijker nog is het dat de partiële zuurstofdruk hoger wordt. De partiële zuurstofdruk is een belangrijke indicatie voor de afgifte van zuurstof aan de weefsels (dus voor de conditie van de mens) . Bij een 20-jarige bedraagt deze, gemeten in het arteriële bloed, normaal gesproken 96 mm kwikdruk. Deze druk neemt af met het vorderen van de leeftijd. Dat wil zeggen: het uithoudings-vermogen wordt minder.

Er bestaan heel interessante tests, die hiervoor bruikbaar zijn. Om er zeker van te zijn dat iemand traint in het aërobe bereik, hanteert men de formule: (180-leeftijd) = het aantal hartslagen per minuut. Hierbij zal geen zuurstoftekort optreden. Op deze manier kan dus de conditie, het uithoudingsvermogen verbeterd worden. De mogelijkheid om de conditie te verbeteren via de anaërobe stofwisseling is uiterst beperkt en niet trainbaar.

Conditieverbetering treedt op als bereikt kan worden dat per tijdseenheid meer zuurstof via het bloed in de spieren aankomt. De training dient daarop te zijn afgestemd. Door toepassing van het magneetveld begint de partiële zuurstofdruk te stijgen tot de maximale waarde van 96mm kwikdruk. De enige manier om deze waarde hoger te krijgen is het lichaam aan te zetten om meer hemoglobine aan te maken, omdat dat verantwoordelijk is voor het zuurstoftransport. Dat wordt bereikt door middel van hoogtetraining. Op hoogte is namelijk het zuurstofaanbod geringer en het lichaam reageert daarop met het aanmaken van meer rode bloedlichaampjes. Als de sporter weer naar lager gelegen delen gaat neemt het aantal rode bloedlichaampjes weliswaar weer af, maar niet onmiddellijk. Is de wedstrijd binnen 14 dagen na de hoogtetraining dan zijn er nog meer rode bloedlichaampjes en beschikt hij dus over een hoger prestatievermogen ( hij is immers in staat meer zuurstof te transporteren). Bij het magneetveld-therapie systeem wordt deze verhoging van het prestatievermogen op twee manieren bereikt. Allereerst via de normalisering van het membraanpotentiaal. Daarnaast het volgende: producenten van magneetveldapparatuur concentreerden zich tot nu toe op de calcium-ionen. Ze wilden bereiken dat calcium-ionen in de cel terecht komen en daarmee de calcium-magnesium pompen en dus de stofwisseling activeren. Het Quantron® Resonantie Systeem, dat in eerste instantie ontwikkeld werd voor zieke mensen, heeft exact hetzelfde doel, maar bereikt dat via een andere weg. Het beïnvloedt de waterstof-ionen en het idee daarachter was het volgende: calcium komt voor 50% voor in opgeloste vorm in de extracellulaire vloeistof of in de cel. Voor 50% is calcium in de celmembranen gebonden aan proteïnes. Als de waterstofionen naar de celmembranen toegetrokken worden treedt een chemische wet in werking die zegt: "tweemaal negatief gaat liever een verbinding aan met twee eenmaal positief geladen deeltjes, dan met één tweemaal positief geladen deeltje". Zodoende gaat het proteïne(met een tweemaal negatieve lading) een verbinding aan met twee (eenmaal positief geladen) waterstof-ionen. Het calcium komt daardoor vrij. Hetzelfde doet overigens iedereen die zijn koffiezet- apparaat ontkalkt. Men gooit er citroenzuur of azijnzuur in (een overmaat aan waterstof-ionen) en de kalk laat los!

Als dit proces zich in de cel voltrekt, worden de waterstof-ionen uit de cel geëlimineerd en de eerder genoemde natrium-kaliumpompen ontlast. Door de calcium-instroom in de cel wordt de stofwisseling geactiveerd. Als gevolg daarvan kunnen de cellen sneller regenereren (zowel bij sporters als bij zieken).

Een Europese artsenstudie bij zieke mensen heeft laten zien dat behandeling met het QRS® na een behandelduur van gemiddeld zes weken ertoe leidde dat 73% van de patiënten klachtenvrij was, 16 % een verbetering van klachten aangaf en 11% van de patiënten aangaf dat hun klachten onveranderd waren. Bij langere therapietijd werden de resultaten nog beter. Ter vergelijking: medicijnen kennen een gemiddeld positief resultaat van 40%.

Praktijkonderzoek toont aan dat genezingsprocessen versneld worden, een niet onbelangrijk gegeven voor geblesseerde sporter. Naar schatting verloopt de revalidatie 30% sneller. Belangrijk is dat er bij acute blessures als kneuzingen, rupturen etc. altijd sprake is van uittredend vocht in de vorm van bloed, weefselvocht, hematomen, oedeem etc. De door het magneetveld op gang gebrachte verbeterde doorbloeding helpt deze sneller afvoeren en oplossen.

Het belangrijkste hier is natuurlijk de (top)sport. In de topsport maken reeds vele prominenten gebruik van magneetveldtherapie met behulp van het QRS®: Barbara Heeb, wereldkampioen wielrennen beschreef hoe zij tijdens de Tour de France het magneetveldtherapie-systeem gebruikt heeft. Ze bevestigt dat zij sneller herstelde na haar inspanningen. Belangrijk is bovendien dat ze aangaf geen infecties van de luchtwegen meer te hebben gehad, sinds zij gebruik maakt van het magneetveld. En juist voor wielrenners zijn luchtweginfecties erg belastend. Ook het juniorenteam mountain-bike in Zwitserland gebruikt het QRS®. Hun prestaties zijn sindsdien verschoven van zilver en brons tijdens de EK naar 6 weken later goud en zilver tijdens het WK. Een ander voorbeeld een beroepsklimster die continu bezig is in het anaërobe bereik een slijtageslag te leveren met botten, gewrichten, spieren en pezen. Zij beschrijft hoe zij sinds zij het magneetveld gebruikt geen slijtageklachten meer heeft en ze kon bovendien haar trainingsomvang verdubbelen. Om te kijken wat er zou gebeuren, heeft zij daarna het magneetveld weggelaten. De eerste week ging het goed, daarna kwamen langzaam alle oude klachten weer terug. Toen ze daarna het QRS® weer ging gebruiken, verdwenen de klachten.

 

Hoe ziet het systeem er uit en hoe werkt het?

Het systeem is ontwikkeld voor thuisgebruik. Met dit systeem worden alle cellen bereikt die verzuurd zijn. Daarbij is het uiterst eenvoudig in het gebruik. Men heeft de mogelijkheid om via een schakelkastje te kiezen uit tien standen, die ieder een bepaalde intensiteit vertegenwoordigen. De golf die zorgt voor de beweging van de waterstof-ionen werkt zó, dat Stand 6 geschikt is voor de gemiddelde West-Europeaan, een topsporter gaat door tot Stand 8, tenminste wanneer hij binnen het aërobe bereik getraind heeft. Als er sprake is van verzuring kiest hij een lagere stand. Bij een enorme spierkater Stand 3, bij wat minder spierpijn Stand 4, dat wil zeggen dat hij zich beweegt tussen Stand 3 en Stand 8. Dan zijn er nog bijzondere mogelijkheden bij de standen 1,2,9 en 10. Bij Stand 1 wordt het vegetatieve zenuwstelsel beïnvloedt en daardoor wordt ontspanning bereikt. Met Stand 1 kan ook de slaap beïnvloedt worden. Hebben we te maken met een sporter die zich erg nerveus maakt voor de start van een wedstrijd en daardoor het risico loopt fouten te gaan maken kan hij het beste vóór de start op Stand 1 gaan. Dan zijn er ook de sporters die een aansporing nodig hebben om op gang te komen. Zij kunnen voor de start het beste Stand 8 gebruiken.

Met Stand 9 bestaat de mogelijkheid botten en gewrichten extra te behandelen.

Kortom een apparaat dat door iedereen gebruikt kan worden en eenvoudig te bedienen is.

Naast het schakelkastje bestaat het systeem uit een behandelmat en een behandelkussen. Wanneer gebruikt men de mat en wanneer het kussen? Zieke mensen kunnen het beste de behandelmat gebruiken. Ziekte is namelijk altijd een aangelegenheid van het hele lichaam. Ook de topsporter gebruikt voor de algemene regeneratie de behandelmat. Bij blessures kan het kussen gebruikt worden en wel direct op de te behandelen plaats.

Tot slot: het magneetveld therapie systeem QRS® is ontwikkeld voor behoud van de gezondheid, voor de profylaxe, voor verbetering van de conditie en het prestatievermogen. Het is ook ontwikkeld als therapiemiddel bij verwondingen, maar ook bij ziektes, omdat daarbij altijd sprake is van een stofwisselingstoornis van cellen.

Het systeem is te combineren met alle bestaande therapievormen en juist de combinatie levert vaak een sneller behandelresultaat . Het systeem is tenslotte ook inzetbaar voor revalidatiedoeleinden en wint momenteel steeds meer terrein in de geriatrie.

 

Lezing :       Horst Michaelis, directeur Euro Instituut voor Bio-energetische Geneeskunde
                  op 15-7-1998 te Arosa (Zwitserland)
Bewerking : Yvonne Grol
Copyright :  Handelsonderneming de Best BV,
                  Loonsestraat 17,
                  5371 PJ RAVENSTEIN
                  Tel.: 0486 – 41 31 22
                  Fax: 0486 – 41 16 59